Waarheidsvinding en Feitenonderzoek bij Hoogconflict – Wijs of niet?

De monitor van KRO-NCRV heeft onlangs een artikel gepubliceerd over de moeilijkheid van waarheidsvinding binnen het werken met conflictscheidingen. De vragen die hierin terug kwamen waren: Hoe weet je wie de waarheid spreekt? Wat kan je met tegenstrijdige verhalen? En waarom is dat van belang voor de kinderen? In het artikel wordt aan een hulpverlener gevraagd welke waarde wij als hulpverleners hechten aan feitenonderzoek bij conflictscheidingen. Ik merk dat in het artikel weinig concrete houvast naar voren komt over hoe om te gaan met waarheidsvinding naar aanleiding van ernstige signalen. Dus ik dacht … laat ik daar nou zelf wat over schrijven.

Mijn overtuiging is: “De feitelijke waarheid is niet waar het om gaat, maar om jouw eigen beleving bij wat jij als waarheid ziet.”

Geleend van filosoof Nietzsche

Waarheidsvinding en Feitenonderzoek bij hoogconflict – Wijs of niet?

Maar al te vaak zie ik hulpverleners op zoek gaan naar de waarheid binnen conflictscheidingen. Dit maakt het conflict in 80% van de gevallen groter. Waarom? Op het moment dat je waarheid probeert te achterhalen ben je bezig met een schuldvraag. Mensen in een conflictscheiding verdedigen zich juist sterk op een beschuldiging. Dat is waar ze in getraind zijn … door het monster van het conflict. Vaak leeft er grote schaamte of angst achter de schermen. Als jij in eerste instantie wil gaan onderzoeken of een vader de moeder echt heeft geslagen waar de kinderen bij stonden gaat vader zich dus verdedigen. “Heeft ze dat gezegd … heeft ze ook vertelt dat ze zelf de kinderen verwaarloosd heeft … Ik vraag me af of zij de kinderen zelf niet slaat.” Binnen no-time zit je zelf in een spagaat en voel je je verloren tussen twee op elkaar schietende vijanden. Want als je vervolgens bespreekt met moeder dat je signalen hebt van dat zij de kinderen slaat, kun je bedenken wat er gebeurd.

Rollen van de hulpverlener

Ik zeg niet dat onderzoek naar veiligheid binnen gezinnen in conflictscheiding nooit nodig is. Natuurlijk zijn er situaties waarbij je signalen krijgt rondom de kinderen waar je niet om heen kunt. Maar laat dit ‘onderzoek naar de feiten’ dan door een collega of Veilig Thuis doen. Een hulpverlener die werkt met mensen in conflictscheiding heeft een begeleidende rol en kan geen beschermings- en of onderzoekende rol hebben. Een onderzoekende rol dwingt je namelijk vanuit een beschermingsgedachte te werken. En daarin loert een gevaar. Namelijk dat je ouders in beginsel afkeurt op hun ouderschap. Iets wat je nu net niet wil. Nee, je moet juist opletten in welk kader je werkt met mensen.

Welzijnskader versus Strijdkader

Lieve Cottyn van de interactie-academie in België spreekt in haar artikel ‘Conflicten tussen ouders na scheiding’ (2009) over het ‘Welzijnskader’ versus het ‘Strijdkader’. Dit concept staat tegenwoordig nog steeds overeind. Het strijdkader heeft een zuigende werking naar iedereen die er in de buurt komt. Onpartijdigheid is er niet binnen een strijdkader. Juridische trajecten rondom conflictscheidingen zitten per definitie in een strijdkader. Namelijk ouders kunnen zelf niet meer beslissen en hebben ‘vreemden’ nodig om voor hen en de kinderen te beslissen.

Ik zie een traject voor onderzoek bij Veilig Thuis of de Raad voor de Kinderbescherming en daarna een gang naar de Rechtbank als het strijdkader. Feitenonderzoek vraagt een zakelijke houding en heeft een beschermend doel. Hierdoor sta je als hulpverlener niet meer open voor de beleving van iemands eigen waarheid.

Wat dan wel doen?

  • Ik heb geleerd te zeggen tegen ouders dat we wel degelijk aan waarheidsvinding doen binnen hulpverlening: Namelijk ieders waarheid.
  • Als er ernstige signalen zijn rondom de kinderen die wijzen op een (mogelijke) ontwikkelingsbedreiging, laat deze dan onderzoeken door iemand anders dan de begeleider van ouders. Werk hierin goed samen met je team in verschillende rollen.
  • Ben oprecht geïnteresseerd in hoe ouders een gebeurtenis beleefd hebben. Vraag naar de gebeurtenis en hoe ze zich hierbij voelden. En hoe ze dit verwerkt hebben of hoe deze gebeurtenis mogelijk nu nog mee speelt in de communicatie met de andere ouder.
  • Onderzoek vanuit deze interesse in het verhaal van de ouder tegenstellingen die de ouder wellicht zelf nog niet ziet. Alleen vanuit interesse in het verhaal kun je samen met de ouder mogelijke irrationele denkpatronen tegen komen. Veeg een ‘waarheid’ van de ouder niet zomaar van tafel, zelfs als je denkt dat het anders is gelopen.
  • Richt je op hoe de ouder in gesprek gaat over ‘de waarheid’ met de andere ouder of het kind.
  • Probeer het conflict niet op te lossen. Hulpverleners menen dat als je maar weet hoe iets écht gebeurd is dit de oplossing is van het conflict. Maar in de praktijk werkt het niet zo.
  • Check ieders waarheid. Dat betekent ook de waarheid van opa’s en oma’s, vrienden, familie van ouders. Er zit enorme kracht in het serieus nemen van ieders waarheid rondom de ouder. De ouder staat namelijk nooit alleen in zijn verhaal. Het serieus nemen van ieders waarheid werkt zalvend in een conflict.

Het is mijn passie om zoveel mogelijk professionals te coachen en vertrouwen te geven in het werken met conflictscheidingen. Ben je geïnteresseerd? Kijk dan snel bij coaching.